We hebben een prachtig zorgstelsel. Iedereen in ons land heeft recht op zorg, ongeacht je afkomst of portemonnee. De beschikbaarheid van zorg is hoog en je kunt vaak in je directe omgeving terecht. Ook is de zorg voor de patiënt relatief goed betaalbaar. Maar er zijn ook grote uitdagingen. Zo heeft ons mooie stelsel een prijskaartje en die lijkt de komende twintig jaar te gaan verdubbelen. De grootste uitdaging lijkt echter dat we door een tekort aan mensen deze goede zorg in de toekomst mogelijk niet meer kunnen leveren.
Nicky Narraina, Directeur Business Development & Innovation bij Qualizorg: “Op dit moment werken één op de zeven werkenden in Nederland in de zorg. De SER voorspelt dat over 20 jaar dit aantal één op de vier personen moet zijn om aan de groeiende zorgvraag te voldoen. Een uitdaging van jewelste. Helemaal in de wetenschap dat ook steeds meer medewerkers de zorg verlaten en daarnaast onvoldoende mensen zich aanmelden voor de opleidingen in de zorg.”
“Daarbij zien we ook een hoog verloop binnen de zorg. Er zijn praktijken of zorgorganisaties die een verloop hebben van meer dan 30%. Ook in de fysiotherapie ken ik deze praktijken. Met alle gevolgen voor de patiënt en zorgondernemer van dien. Zo kan de patiënt niet altijd tijdig de zorg krijgen en zal de ondernemer het negatieve effect voelen op de omzet en bedrijfsvoering. Ook loopt hij bijvoorbeeld het risico op salarisinflatie. De geluiden uit het veld dat nieuwe medewerkers steeds meer vragen worden namelijk steeds sterker. Dus beleid rondom behoud van goed personeel wordt steeds belangrijker.”
Het belang is aangestipt door Nicky Narraina, Directeur Business Development & Innovation van Qualizorg. Hij heeft zich de laatste jaren verdiept in dit thema. Een thema dat je misschien niet direct koppelt aan Qualizorg.
“Toch doen we dit al jaren. In de begin jaren van Qualizorg, zo’n 12 jaar geleden, zijn we gestart met het verzamelen van indicatoren rondom de patiënt. Dus met name patiëntervaring en iets later de door de patiënt zelf gerapporteerde uitkomsten. Dus PROM en ROM.”
“In de afgelopen jaren is dit geëvolueerd tot het verzamelen van kwaliteitsindicatoren die in brede zin iets zeggen over kwaliteit van zorg. Zo zijn we zo’n vier jaar geleden gestart met medewerkerstevredenheidsonderzoeken (MTO) nadat wij een organisatie hebben overgenomen die hierin gespecialiseerd was. Het paste bij onze filosofie. Het veld wilde namelijk steeds meer een integrale blik op kwaliteit. En alleen patient-report indicatoren zijn dan niet voldoende.“
“Kwaliteit van zorg gaat om meer thema’s. We hebben om die reden ook een eigen concept ontwikkeld, Carings. Met Carings geven we middels vijf thema’s een integrale blik op kwaliteit (zie kader). Het concept is gebaseerd op de belangrijkste kwaliteitsconcepten zoals VBHC en Triple Aim en moet als antwoord dienen op de vraagstukken die de beroepsgroepen en overige stakeholders hebben. Dus hoe houden we de zorg betaalbaar, toegankelijk en van hoge kwaliteit.”
“Eén van de thema’s binnen het concept is ‘Caring voor Zorgmedewerker’. Want goede en gelukkige medewerkers zijn de toekomst van duurzame zorg. We voerden op dat vlak dus al MTO’s uit. Daarnaast zagen we steeds meer wat de impact is van een hoge medewerkerstevredenheidsscore. Zo heeft het een positief effect op het behoud van personeel en het verzuim. Het aantal onderzoeken die daar over zijn gepubliceerd zijn niet op één hand te tellen. Er zijn zelfs onderzoeken gepubliceerd die aangeven dat een hoge medewerkerstevredenheid leidt tot een hogere klanttevredenheid.“
Niet één, maar twee concepten
“We merkten dat ons MTO-concept aan de hand van de nieuwste inzichten verbeterd kon worden. Eén van die verbeteringen is dat we een onderscheid hebben gemaakt tussen het MTO en ‘Werkplezier’. Tijdens de ontwikkeling van het verbeterde concept hebben we veel gesprekken gevoerd. Onder andere met FWG en haar HR-tak Progressional People. FWG heeft op dat vlak een sterke positie in de tweedelijns. Ze zijn ook de organisator van de ‘Dag van het werkplezier in de zorg’.”
“We zagen dat er vaak twee werelden door elkaar liepen. Dat was de wereld van het MTO en de wereld van werkgeluk, werkplezier en persoonlijke energie. Laten we het voor nu gemakshalve ‘werkplezier’ noemen. Wij vinden dat je die twee werelden moet scheiden. Het zijn namelijk twee verschillende onderzoeken met twee verschillende doeleinden en met twee verschillende onderzoeksmethodes. Dus die zaken combineren is niet goed.”
“Een MTO bijvoorbeeld doe je eens per jaar of twee jaar en moet je zicht geven in hoe je het als werkgever doet in het faciliteren van je medewerker in het kunnen uitvoeren van zijn rol. Een werkpleziermeting doe je om te kijken hoe de vlag erbij hangt bij een medewerker. Heeft hij energie? Loopt hij tegen zaken aan? Hoe loopt de onderlinge samenwerking? Wat gaat goed? Dit soort zaken wil je één keer per week, twee weken of per maand weten. Ook wil je inzicht hebben of de medewerker de dingen heeft kunnen doen die hij gepland had te doen. Want misschien zijn er wel zaken onder de oppervlakte die spelen. Bijvoorbeeld thuis. Uiteindelijk heb je dus een soort teambarometer waar je het gesprek over kunt voeren. “
“Met een werkplezier meting kun je ook het effect van de interventies door de tijd heen volgen, die je inzet naar aanleiding van de resultaten van je MTO onderzoek. Dus de instrumenten zijn een sterke aanvulling op elkaar.”
“Wij doen dit zelf nu ook zo’n anderhalve jaar. De resultaten staan op de agenda van de verschillende teamoverleggen en zijn voor iedereen inzichtelijk. Ik dacht altijd zelf wel een goed gevoel te hebben bij wat er speelt in het team en bij het individu. Maar door deze methodiek, wat moet worden gezien als dialooginstrument, krijg je echt veel meer te weten en kun je veel makkelijker en sneller bijsturen. De medewerkers zien het zelf ook als mooi instrument. En het is allesbehalve een klaagbox, want daar is het natuurlijk niet voor bedoeld. Ook de successen kunnen de collega’s zichtbaar maken.”
Verbeteringen concept MTO
“Ook ons MTO hebben we verbeterd. We hebben bijvoorbeeld in ons nieuwe concept het benchmarken een extra dimensie gegeven. Dus je als fysiopraktijk niet vergelijken met het landelijke gemiddelde maar met soortgelijke praktijken. Ook hebben we het geschikt gemaakt voor zowel kleinere als grotere praktijken.“
“Ook hebben we een koppeling gemaakt met Carings, om de integraliteit van de kwaliteitsthema’s te creëren. Want waarom zou je naast de input van de patiënt de mening van de medewerkers niet gebruiken om de patiënttevredenheid of hospitality te verhogen? Ook bestaat de mogelijkheid om bijvoorbeeld de multidisciplinaire samenwerking te evalueren. Want waar lopen de medewerkers tegenaan en hoe kan dat aspect worden verbeterd?“
“Een ander belangrijke verbetering is ons meer te richten op de ondersteuning van de zorgorganisatie bij het uitvoeren en analyseren van het onderzoek en het komen tot verbeteringen. Zo kun je onze ondersteuning inzetten bij het opzetten van de vragenlijst of het slim formuleren van extra vragen. Maar ook kunnen we ondersteunen bij het introduceren van het onderzoek. “
“Vaak wordt het besluit voor de inzet van een MTO door het management geïnitieerd. Om alle geledingen binnen de organisatie hier op een goede en professionele wijze bij te betrekken moet er aandacht worden besteed aan de communicatie rondom de introductie en uitrol. Medewerkers kijken namelijk met een andere bril naar dit soort initiatieven. Ook is het een goed signaal naar de medewerker als je ziet dat je werkgever een serieuze partner heeft ingeschakeld om hun stem te horen.“
“Ook kunnen we, als een klant dat wil, gezamenlijk de resultaten analyseren. In anderhalve uur kunnen we onze bevindingen delen en helpen we bij het voorbereiden van het teamgesprek. Want dat is echt belangrijk. Voer het gesprek over de resultaten en pak enkele verbeterpunten op om de werkomgeving te verbeteren. We denken dan bijvoorbeeld mee in hoe je dat kunt aanpakken, welke werkvormen je kunt gebruiken en reiken we gespreksetiquettes aan.”
“We hebben de laatste jaren veel ervaring opgedaan in begeleiding. Maar de vertaling van resultaten naar beleid blijkt in de praktijk soms toch lastig. De laatste jaren hebben we hier veel ervaring in opgedaan en helpen daar dan ook graag bij. We kunnen, mocht dat wenselijk zijn, zelfs ook aansluiten bij het teamgesprek.“
Wat is Carings?
Carings is een integrale blik op kwaliteit in de eerstelijnszorg. Het concept bestaat uit vijf pijlers die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: patiënten, zorgmedewerkers, zorgorganisaties, zorgdata en samenwerkingen. Binnen elke pijler helpt Carings je met het verzamelen van relevante data.
Je hoeft met Carings niet langer na te denken hoe je kwaliteit van zorg inzichtelijk maakt, maar over welke kwaliteitsaspecten je bij wilt sturen en verbeteren binnen je praktijk of organisatie. Met de verschillende meetinstrumenten die binnen Carings beschikbaar zijn maak je kwaliteit van zorg kwantificeerbaar. Het geeft je inzichten en handvatten om continu te leren, innoveren en gericht te werken aan verdere verbetering in je organisatie.
Werkpleziermeting
Op dit moment wordt een instrument ontwikkeld die zorgorganisatie de mogelijkheid geeft om een ‘werkpleziermeting’ te kunnen uitvoeren. Hierbij wordt de hulp ingezet van een PhD aan de VU die begin 2022 promoveert op dit thema. In het instrument kunnen gestandaardiseerde of zelfbedachte indicatoren worden geactiveerd. De invultijd is maximaal een minuut, tevens kan wordne bepaald hoe frequent de meting wordt gedaan. Dit kan bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks. In de applicatie kunnen onder andere teams en locaties worden geconfigureerd. De resultaten worden online gepresenteerd met als doel om het dialoog erover te voeren.
Het instrument heeft direct invloed op de medewerkerstevredenheidsscore en dus op het verloop en verzuim. Ook is het interessant voor organisaties met een hoge tevredenheidsscore. Het instrument genereert een beter beeld van hetgeen speelt in het team, zowel aan verbetering kant als in zaken die gekoesterd mogen worden. In het eerste half jaar van 2022 gaat het instrument live en gaat ook de eerste groep fysiotherapiepraktijken starten. Aanmelden kan nog steeds.