De Nederlandse Obesitas Kliniek (NOK) is de grootste en meest gespecialiseerde, zelfstandige kliniek voor de behandeling van mensen met ernstig overgewicht. Er zijn tien vestigingen in Nederland. Bij de behandeling van obesitas staat verandering van leefstijl centraal. Daarin blijkt een multidisciplinaire aanpak onontbeerlijk. We gingen in gesprek hierover met Laura Kemperman, bewegingsdeskundige en Laura Rybarczyk, psycholoog van de Obesitas Kliniek in Terneuzen.
Waarom is het belangrijk dat er bij obesitas meerdere zorgverleners betrokken zijn?
Laura Kemperman: “Bij de behandeling van obesitas is geen één patiënt hetzelfde. Het is belangrijk dat er vanuit een multidisciplinaire aanpak wordt gekeken. Als we alleen de beweging aanpakken, dan heeft het wel wat effect, maar lang niet het gewenste effect. Als je de factoren die van invloed zijn op overgewicht zoals voeding, psychische problematiek en de medische oorzaken begeleidt, heb je het meest brede draagvlak om iemand zo goed mogelijk te ondersteunen.”
Laura Rybarczyk: “Eén enkele therapeut heeft niet alle expertise in huis die nodig is voor een optimale behandeling. Op het moment dat je meerdere disciplines samenbrengt kun je een 360 graden aanpak bieden. De behandeling van obesitas vraagt dat ook. Het belang van de mentale gezondheid bij leefstijlverandering wordt vaak onderschat. Ik heb gemerkt dat als het aankomt op een gezonde leefstijl en de behandeling van obesitas dat de algemene indruk lijkt te zijn dat het vooral om voeding en beweging draait. Dat zijn inderdaad hele belangrijke aandachtspunten, maar er komt veel meer bij kijken. We weten inmiddels uit onderzoek dat de mentale gezondheid op breder vlak heel belangrijk is voor een duurzame, effectieve behandeling. Denk hierbij aan factoren zoals slapen, zelfzorg en interactie met de omgeving. We kijken wat iemand nodig heeft en welke expertise daarin belangrijk is.”
Uit welke hoedanigheid is de Obesitas Kliniek ontstaan?
Laura Rybarczyk: “De Nederlandse Obesitas Kliniek (NOK) is in Nederland de grootste en meest gespecialiseerde, zelfstandige kliniek voor de behandeling van mensen met ernstig overgewicht. Samen met onze partners, medisch specialisten en professionals lopen wij al sinds 1993 voorop in de behandeling van obesitas. Daarbij staat verandering van leefstijl centraal. Wij willen als Nederlandse Obesitas Kliniek hét centrum zijn voor (morbide) obesitas. Om patiënten met morbide obesitas op een veilige manier te kunnen behandelen, hun gezondheid te verbeteren en daarmee de kwaliteit van leven.”
Het is een landelijk concept, zijn het allemaal eigen praktijken?
Laura Rybarczyk: “Binnen alle tien de klinieken hanteren we dezelfde werkwijze waarbij we nauw samenwerken met negen topklinische ziekenhuizen. In onze kliniek in Terneuzen werken we samen met ziekenhuis ZorgSaam. Binnen ZorgSaam worden alle bariatrische ingrepen uitgevoerd, maar de begeleiding voor en na de operatie wordt gedaan door medewerkers van de Nederlandse Obesitas Kliniek, dat is gevestigd binnen het ziekenhuis.”
Welke zorgdisciplines zijn er bij betrokken?
Laura Kemperman: “Onze zorgcoördinator is het eerste aanspreekpunt van de patiënt. Verder bestaat het team uit een verpleegkundig specialist of basisarts, die verantwoordelijk is voor de medische informatie en de medische controles onder begeleiding van de internist en chirurg van ZorgSaam. Het leefstijlverandertraject wordt begeleid door een diëtist, psycholoog en bewegingsdeskundige. Zij behandelen alle factoren die een rol spelen bij overgewicht.”
Hoe gaat het multidisciplinaire werken in de praktijk?
Laura Kemperman: “We hebben een behandeltraject op basis van groepen en individuele trajecten. Als team hebben we regelmatig overleg om te kijken hoe het gaat met de patiënt op individueel niveau en binnen de groep. We overleggen met de patiënt waar eventueel extra ondersteuning nodig is. Daarnaast is er wekelijks overleg met de internist en chirurg over de begeleiding van alle patiënten.”
Hoe zien deze behandeltrajecten eruit voor patiënten?
Laura Kemperman: “Een patiënt komt bij ons binnen via verwijzing van een huisarts of specialist. De arts, psycholoog en diëtist gaan kijken of de patiënt voldoet aan de inclusiecriteria voor bariatrie. Is dit positief, dan wordt er groen licht gegeven. De meeste mensen starten vervolgens met het groepstraject. De groepen hebben maximaal tien deelnemers. Voor de operatie komt de groep zes keer bij elkaar en worden patiënten voorbereid op de operatie. Ook worden de eerste stappen naar leefstijlverandering gezet. Patiënten moeten bijvoorbeeld weten dat ze niet meer tegelijkertijd kunnen eten en drinken na de operatie. Dat ze meer moeten bewegen en inzicht krijgen in waardoor hun overgewicht is ontstaan en in stand werd gehouden.”
Laura Rybarczyk: “Het traject duurt vijf jaar. Dat is onderverdeeld in een intensieve fase en een follow up fase. De intensieve fase duurt zo’n anderhalf jaar en start vanaf aanmelding tot anderhalf jaar na de operatie. Hierin wordt in werkgroepbijeenkomsten gewerkt aan voorbereiding op de operatie, het vergroten van kennis en kunde met betrekking tot het bereiken van een gezonde leefstijl en het behouden hiervan door middel van terugvalpreventie. Daarna blijven we in de follow up de patiënten nog vier jaar volgen en kunnen ze met vragen terecht bij onze behandelaren.”
Hoe is de vergoeding geregeld tussen de verschillende betrokken zorgverleners?
Laura Rybarczyk: “De ingreep en het traject worden vergoed vanuit de basisverzekering. Hierover zijn landelijke afspraken gemaakt met alle zorgverzekeraars.”
Hoe ervaren de patiënten deze vorm van zorgverlening?
Laura Kemperman: “Mensen die in een groep zitten ervaren veel steun van elkaar. Ze voelen zich niet alleen. Iedereen heeft bepaalde klachten waar ze tegenaan lopen en die ze bij elkaar herkennen. Ze kunnen met elkaar sparren en ervaringen uitwisselen. Omdat ze met elkaar in hetzelfde schuitje zitten, is er over en weer veel begrip voor elkaar.
Laura Rybarczyk: “Onze patiënten hebben een duidelijke voorkeur voor onze aanpak ten opzichte van een behandeling bij een kliniek die enkel en alleen de operatie en ondersteunende gesprekken met een diëtist aanbiedt.”
Wat is jullie succes rate?
Laura Rybarczyk: “In Terneuzen hebben we het afgelopen jaar meer dan 200 patiënten, ondanks corona, kunnen begeleiden. Succesrate kun je natuurlijk op verschillende manieren beoordelen, maar gemiddeld hebben patiënten binnen onze kliniek een gewichtsreductie van 33,1 % na 12 maanden. Uit cijfers blijkt dat 97% van onze patiënten een gewichtsreductie heeft van meer dan 20% na één jaar, wat een belangrijke factor is voor het verminderen van co-morbiditeiten.”
Werken jullie ook al met digitale zorgtoepassingen zoals een eigen app?
Laura Kemperman: “Zodra patiënten starten in het groepstraject krijgen ze toegang tot onze app. Daarin staat veel praktische informatie, zoals het rooster, wanneer de afspraken zijn maar er staat ook veel extra informatie in, zoals voorlichtingsfilmpjes. Met de app kunnen patiënten hun stappen tellen en hun gewicht en een eetdagboekje bijhouden. Als behandelaar kunnen wij deze gegevens niet bekijken.”
Laura Rybarczyk: “Onze app is met name heel praktisch voor de patiënt. Het is een handige tool voor afspraakherinnering en een actueel rooster. Ook bevat het een overzicht van alle namen van het behandelteam. De mensen die de app gebruiken zijn heel positief. Wat bijvoorbeeld als heel prettig wordt ervaren is het terug kunnen kijken van videomateriaal.”
Wat zijn de kritische succesfactoren binnen het team om op deze manier te kunnen werken?
Laura Kemperman: “Heel goed communiceren. Iedereen heeft een andere achtergrond en zijn eigen ideeën. Het is juist de kracht van het multidisciplinaire werken om vanuit verschillende invalshoeken te kijken wat het beste past bij een patiënt. Je probeert met z’n allen de middenweg te vinden waar de patiënt het meeste baat bij heeft.”
Laura Rybarczyk: “Goed samenwerken en domeinoverstijgend kunnen denken, maar tegelijkertijd ook je zelfstandigheid behouden. Je moet je vakinhoudelijke kennis kunnen koppelen aan de andere disciplines en samen kijken hoe je de behandeling optimaal kunt vormgeven passend bij de patiënt.”
“Leefstijl, conditie, voeding en mentaal welbevinden zijn de belangrijkste pijlers voor de behandeling van heel veel aandoeningen”
Helpt deze manier van werken ook bij andere aandoeningen?
Laura Kemperman: “Als je op meerdere facetten naar een aandoening gaat kijken, ben ik van mening dat je een patiënt beter kan helpen. Als je breder gaat kijken zie je meer oplossingen voor de patiënt en kun je tot een betere behandeling komen.”
Laura Rybarczyk: “Ik denk sowieso dat leefstijl, conditie, voeding en mentaal welbevinden de belangrijkste pijlers zijn voor de behandeling van heel veel aandoeningen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor hart- en vaataandoeningen; daar valt ook veel winst te behalen in een aangepast voedingspatroon, een goede conditie en een psychisch welbevinden. Dat gaat nu ook spelen bij herstellende corona patiënten.”
Wil je nog een tip meegeven aan andere zorgverleners als het gaat om het opbouwen en onderhouden van een netwerk?
Laura Kemperman: “Een netwerk is belangrijk om te kunnen doorverwijzen. Mijn tip is: maak je netwerk zo breed mogelijk met relevante mensen, zodat je verschillende mensen kunt benaderen als je vragen hebt of een samenwerking wilt aangaan.”
Laura Rybarczyk: “Ik ben daar continu mee bezig. Ik denk dat bij het opbouwen en onderhouden van een netwerk vooral eigen initiatief belangrijk is. Wees daar proactief in. Ga zelf op zoek naar ervaringen van andere zorgprofessionals. Ik heb zelf veel aan LinkedIn. Ik krijg vaak meldingen van interessante publicaties en van webinars die worden aangeboden. In die omgeving kun je makkelijk contact met elkaar opnemen. Het telefonisch contact met de huisartsen is ook belangrijk. Ik merk dat dit de samenwerking versterkt. Juist het persoonlijke is belangrijk. Dat vind ik zelf heel prettig.”