Welke ontwikkelingen spelen er in de eerste lijn? Welke kansen en bedreigingen? De vernieuwde Raad van Advies van MedischOndernemen wierp op 16 maart 2021 een blik in de toekomst van de eerste lijn. Aan welke trends moet MedischOndernemen aandacht besteden? De raad voorziet meer en bredere samenwerking, meer blended care en artificial intelligence en nieuwe businessmodellen. ‘Bij wie hoor je, waar ligt je loyaliteit als ondernemer: bij de eigen praktijk, bij de wijk, in het gezondheidscentrum, in de regio?’
De leden van de Raad van Advies zien een aantal dominante ontwikkelingen, zoals digitalisering, regionale en wijkgerichte samenwerking, multidisciplinaire samenwerking (ook met het sociale domein), andere financieringsmodellen, ketenvorming. De online zorg heeft het afgelopen jaar op grotere schaal zijn intrede gedaan bij huisartsen en fysiotherapeuten. Digitalisering valt bij deze beroepsgroepen niet meer weg te denken. Blended care (de combinatie van face-to-face contact en online) zal bij de huisartsen een steeds grotere rol gaan spelen, ook zorgverzekeraars sturen daar op aan.
Beweegcrisis en blended care
Voor zorgverleners is het de uitdaging een slag te maken en bij de digitalisering ook samenwerking aan te gaan met andere disciplines in de wijk. Boris van der Vorst (FysioHolland) signaleert een beweegcrisis, als onderdeel van de coronacrisis. Voor de fysiotherapie is de uitdaging mensen weer meer aan het bewegen te krijgen. Dat biedt de kans om te gaan werken met andere vormen van bekostiging, zoals populatiebekostiging.
Hou er wel rekening mee dat de bekostiging in de richting gaat van wijkgerichte samenwerking, voorspelt Kirsten Baane (ZorgPromotor). Ook ziet ze kansen voor acceptatie van e-health in de fysiotherapie, als gevolg van de coronacrisis. ‘Een kans is ook de wijkgerichte samenwerking van verschillende disciplines in de eerste en tweede lijn.’
Voor fysiotherapeuten zal het nog de kunst zijn om de voorsprong bij e-health de komende tijd vast te houden, stelt Jelle Jouwsma (HealthTrain IT). Sommige patiënten dreigen al weer af te haken bij het gebruiken van een app voor hun oefeningen. Bedrijven hebben baat bij medewerkers die gezond blijven, daar moeten fysiotherapeuten juist nu ook hun rol proberen te pakken.
Financiering en samenwerking
De multidisciplinaire en wijkgerichte samenwerking biedt ook kansen, signaleert Marc Bruijnzeels (Jan van Es Instituut). ‘Het geld zal via geïntegreerde samenwerkingsverbanden verdeeld worden. Dat is een kans als je er op tijd en op de juiste manier mee omgaat. De wijk wordt binnen afzienbare tijd het kader voor de gemeenschappelijke financiering.’
Paul Kooij (directeur van coöperatie Best Dental Buy) denkt dat de groei van ketens voor een inkoopcoöperatie die hij heeft opgezet een kans is. Gevolg is namelijk dat kleinere praktijken zich in een platform verenigen om de eigen dienstverlening betaalbaar te houden: ‘te overleven naast de ketens’. ‘In de mondzorg zien we dat de patiënt graag een eigen tandarts wil en niet steeds een ander. Een praktijk die om de hoek gevestigd is van een keten loopt vaak snel vol met patiënten. Deze kleine ondernemers verenigen zich in een platform als Best Dental Buy.’ Ruben Hoefnagels (Tandarts Today) vertelt dat hij directeur is van een keten met twaalf praktijken. ‘Goede mondzorg kan ook binnen een keten: je hebt goede en slechte investeerders.’
Boris van de Vorst (FysioHolland, een organisatie met 140 aangesloten praktijken) denkt dat er vanuit de huisartsen en fysiotherapeuten de komende periode een innovatieboost en dus schaalgrootte nodig is. ‘Als fysiotherapeut moeten we gesprekspartner zijn van zorgverzekeraars en ziekenhuizen.’ Een andere ontwikkeling is de regionalisering. Van der Vorst pleit voor een themanummer ‘unlock de zorg’: ‘Veel zorgverleners missen een stuk productie en zorgvraaguitval. Dat speelt nu en moet MedischOndernemen zich ter harte nemen. Er moeten weer groepstrainingen kunnen plaatsvinden. Dat hoor ik op heel veel plekken terug.’
Innoveren en ondernemen
Rutger IJntema signaleert dat banken nog nooit zoveel financieringsaanvragen kregen voor nieuwe gezondheidscentra. ‘Alleen: die aanvragen zijn vaak niet zo goed onderbouwd met een businessmodel. Je zou ‘unlock de zorg’ ook kunnen combineren met de vraag: wat is nu eigenlijk innoveren in het kader van medisch ondernemen? Wat betekent dit dan? Is een ehealth-app de innovatie of is het kunnen toepassen in je praktijk de innovatie?’
De grote vraag is hoe de eerste lijn zich zal aanpassen aan die veranderingen en zal ‘mee innoveren’. IJntema signaleert dat allerlei partijen op elkaar wachten, zoals zorgverzekeraars die wijzen naar fysiotherapeuten die niets zouden willen of geen ideeën zouden hebben. En omgekeerd. Hij vraagt zich af of andere partijen ook niet in een adviesraad zouden moeten zitten: de zorgverzekeraar en de softwareontwikkelaar bijvoorbeeld.
Ander praktijkhouderschap
Marc Bruijnzeels ziet een discussie op gang komen over de diverse organisatievormen, als een gezondheidscentrum versus een regionale organisatie. ‘Bij wie hoor je, waar ligt je loyaliteit als ondernemer: bij de eigen praktijk, bij de wijk, in het gezondheidscentrum, in het regio? Sturing op de regio wordt dominant. Enerzijds zijn er pleidooien voor meer en betere multidisciplinaire samenwerking, tegelijkertijd komt van boven een push om regionale praktijkvoering af te dwingen, inclusief de bijbehorende data-infrastructuur. Hoe mag je de praktijkondersteuners dan inzetten? Praktijkhouders raken zo de regie over hun eigen praktijk kwijt. Je eigenheid wordt bepaald door de populatie in je wijk, alleen de sturing komt van een hogere niveau en dat kan botsen. Die clash ontwikkelt zich in de komende vijf jaar.’
Andere beloning
Wat is in 2030 de balans tussen belonen op gezondheid en op ziekte, vraagt Bruijnzeels zich ook af. ‘Die beweging is nu internationaal gaande. Ik verwacht ook dat in het komende regeerakkoord dit soort termen komen te staan.’ De verwachting is dat er andere vormen van bekostiging komen, waarbij sturen op samenwerking het uitgangspunt is, vervolgt hij. ‘De financiering komt zowel vanuit de overheid, van zorgverzekeraars, als van andere partijen. Het geld zal via geïntegreerde samenwerkingsverbanden verdeeld worden. Er is steeds meer sprake van lumpsum bekostiging van de complete behandeling, bijvoorbeeld in de podotherapie en fysiotherapie.’
Andere businessmodellen
Kirsten Baane ziet een verdergaande commercialisering van de zorg. De grootste uitdaging wordt de toegevoegde waarde van je deskundigheid te vertalen in een businessmodel. ‘Patiënten worden steeds meer klanten. Klanten worden steeds kritischer in welke zorg ze willen afnemen. Mensen willen zelf ook meer betalen. Daar zijn serieuze businessmodellen voor.’ Ellen Nuijten (directeur Rondom Podotherapeuten) ziet dat no cure no pay meer voorkomt. ‘Ik hoop dat in 2030 bedrijven flink bijdragen aan de zorg, zodat er niet alleen financiering komt vanuit het sociale zorgstelsel. Bedrijven moeten het normaler gaan vinden om hun medewerkers gezond te houden, via de fysio-, podo- of leefstijltherapeut.’
Rutger IJntema is benieuwd wat patiënten er zelf van vinden. Hij onderzocht voor een gezondheidscentrum in Nieuwegein waarom de diabeten niet komen terwijl de diabeteszorg van de huisartsen perfect op orde is. ‘Ze zeiden dat ze liever gezond leerden koken in het buurtcentrum ernaast. Ook wilden ze een app om onderling contact te houden en de huisarts digitaal te spreken. De reguliere zorg is dus heel ouderwets en moet dus omdenken. Ik stel een themanummer voor: ‘Als we het de patiënt zouden vragen?’’
Radicaal anders: data en algoritmes
Jelle Jouwsma (HealthTrain IT) verwacht dat de rol van algoritmes bij diagnoses groter wordt: het algoritme kan mogelijk in sommige gevallen beter zorg indiceren dan persoonlijke hulpverlening. Ellen Nuijten vertelt dat ze met de TU Eindhoven onderzoek doet of wondfoto’s via artificial intelligence zijn te beoordelen. ‘Zorgverleners hebben daar toch een kloof met de techneuten. De zorgverleners moeten wel blijven checken wat er dan moet gebeuren.’
Marc Bruijnzeels: ‘Als dat zich doorzet dan ziet de zorg er over tien jaar radicaal anders uit. Bestaat de klassieke praktijk dan nog wel? Het lijkt op het verhaal dat de robot beter opereert dan de chirurg. Het is dus heel slecht voorstelbaar hoe het er over tien jaar uitziet.’ Kirsten Baane denkt dat zorg erg achterloopt en maakt de vergelijking met de webshop die CoolBlue ooit aanbood aan V&D: de winkelketen verdween en CoolBlue is een van de succesvolste webshops van het land. ‘Zo’n vaart kan het wel lopen, dus.’
Trends
Volgens de Raad van Advies zijn belangrijke trends waar MO aandacht aan zou moeten besteden:
- Verdere digitalisering, meer datagebruik en “innovatie wat is dat eigenlijk”?
- Ketenvorming, regionale en wijkgerichte samenwerking
- Multidisciplinaire samenwerking inclusief verbreding naar het sociale domein
- Andere business- en financieringsmodellen: verdergaande commercialisering?
- Nieuwe vormen van praktijkhouderschap: laat visionairs aan het woord
- En intussen bij de patiënt thuis: wat wil hij/zij eigenlijk?